Winterslaapje


Er ligt een laagje ijs rond mijn hersenen, en er gaat weinig in of uit. Dus komt er ook weinig uit mijn vingers getokkeld.

Ik zou kunnen vertellen dat ik gisteren mijn allereerste kerstdineetje van het werk heb gehad. Maar de avond is vlekkeloos verlopen. Gewoon. Ik heb geen eten door de lucht doen vliegen, ik heb niet te veel gedronken en heb er bijgevolg ook geen compleet ongepaste dingen uitgegooid. Ik heb op het eind van de avond niet ontdekt dat er de hele tijd spinazie tussen mijn beugel heeft gehangen.

Ik zou ook kunnen vertellen dat mijn uiterlijk beïnvloed wordt door de koude. Een minimum aan buiten komen en bewegen doet mijn lijf weer gestaag naar 'een bolleke' neigen. Ik heb daarentegen nog nooit zoveel good hair days na elkaar gehad, dankzij het aanhoudende koude en droge klimaat.

Ik zou kunnen kankeren over de NMBS en hoe triestig het is dat je nooit weet of en wanneer je ergens zal geraken. Of vertellen dat ik toch eens een halve wenkbrauw heb opgetrokken toen ik Johan Verstreken op StuBru met vrolijk klaterende stem hoorde verkondigen dat het slechte tijden zijn voor de herenkappers. En dat dat zonde is. En dat ik zelfs meer dan een halve wenkbrauw heb opgetrokken toen ik het nieuwe logo van canvas in mijn krant zag staan. Dat vind ik dan weer zonde.

Morgen. Misschien.

Vorige week hebben ze mij nog eens iets verteld dat ik niet wist. Ik vind dat tof, zo van die redelijk nutteloze maar zeer fascinerende weetjes. Ik kan niet garanderen dat ze echt waar zijn, maar ze komen uit een krant en van mijn tante. En als er nu twee dingen zijn die ik niet, nooit niet, in twijfel trek, dan zijn dat de gazet en mijn familie. Van u verwacht ik hetzelfde. Hier komen ze:

1. Haar vergaat niet. En er is al wat haar op onze aardbol gevallen. Als je bedenkt wat er aan harigs in de seventies alleen al rondliep, en je telt daar dan ook nog de sixties bij, en de oertijd, en de middeleeuwen, en al wat daar tussen komt, kan je al een paar dekbedden vullen. En dan hebben we nog geen beestjes geteld: van de wolharige neushoorn tot de chihuahua van Paris Hilton en al wat daar dan weer tussen ligt, wat die in de loop van de eeuwen hebben achtergelaten kan ook wel een paar afvoerbuizen naar de eeuwige jachtvelden helpen. Maar WAAR is al dat haar dan naartoe? In feite (echt waar dus he) zouden we hier intussen al bedolven moeten zijn onder 7 meter haar. Onze planeet zou er van uit de ruimte eigenlijk moeten uitzien als een met veel moeite uitgebraakte haarbal. Waarlijks een vreemde zaak. De oplossing is een beetje een anticlimax, maar toch: spinnen eten haar. Gelukkig maar.

2. Etymologie: waar komt de naam 'avocado' vandaan? U weet wel, die rare, pokdalige, misvormd uitziende en beetje weke vrucht waar Martha Stewart really delicious guacamole van kan maken. Is er een link met ons rechtssysteem? Zijn advocaten ook raar en pokdalig? Zien ze er misvormd en een beetje week uit? Soms wel natuurlijk, maar ik heb er nog geen lijn in kunnen trekken. En voor zover ik weet krijgt zelfs Barfa Stewart er geen goeie guacamole uit. De oplossing is deze keer wel cooler: avocado is een verbastering van het Azteeks woord ahuacacuauhitl, wat klotenboom betekent. HA! Wie wist dat al? De Azteken vonden blijkbaar dat avocado's op hun kloten leken. Wel vreemd, als avocado's zo groot en toch nog uitsterven...

Jullie mogen ook! Make my day en bestook mij met kweenieoekoele mega vetgeile weetjes, hoe nuttelozer hoe beter. NU!

U mag het weten, ik behoor tot de groep mensen die het niet zo voor Björk hebben. Hier zie je waarom. Ik zou er meer uitleg bij kunnen geven, maar ziet, de in grappigheid alleen door Jennifer Saunders overtroffen Dawn French illustreert mijn idee perfect. We zouden goede vriendinnen kunnen worden, wij. Kijkt en lacht.

Wortels

'Xaro was vanmorgen afwezig wegens familiale omstandigheden.' Dat briefje heb ik verschillende maandagmiddagen met een naïeve glimlach onder de neus van een bedenkelijk fronsende schoolmeester geschoven. 

Wij woonden aan de zee, alle familie en vrienden in Turnhout. En in de weekends bracht dat dus een hele volksverhuis op gang. Jarenlang vertrok er op vrijdagavond een mini karavaan uit Egypte naar het Beloofde Land. Mami, papi en de kindjes met pak, zak en slaapzakken de auto in. Van de kust naar de Kempen, en op zondagavond terug. Behalve dus als het echt te gezellig was. Dan kreeg ik zo'n briefje mee. 
We logeerden bij oma, en overdag gingen we overal buurten. Wij waren die van aan de zee en ik was grappig want ik kon ook West-Vlaams spreken. Ik kende mijn weg daar, ik had er speeladresjes. Ik heb in maïsvelden rondgehost, kampen gebouwd, vureke stook gespeeld en in prikkeldraad gehangen ginder. Ik sliep bij mijn oma in bed en die vertelde dan over 'den hond, den ezel, de kat en den haan', onderweg naar Bremen. 
Ik was thuis aan de zee en ik was thuis in de Kempen. Ik sprak, en spreek, even vlot lekker West-Vlaams als met de dikke Turnhoutse 'l', die ik helaas niet fonetisch kan schrijven. In de zomer deed ik evenveel pipi in het pisbadje van het Stadspark als in de zee. Opgegroeid met één poot in de polder en één poot in de heide.
Intussen is oma er niet meer, in het huis waar wij ook thuis waren wonen andere mensen en we komen zelden nog in Turnhout. Nieuwjaar. Soms met Pasen. Soms in november. En dit weekend ook.  Als ik er nu rondloop voel ik mij 'die van de zee', die haar weg kent maar niet thuis is. Tegenwoordig is Gent mijn speeltuin. Maar als ik mijn dikke 'l' nog eens mag bovenhalen voel ik me nog altijd heel erg mezelf.


 

Copyright 2006| Blogger Templates by GeckoandFly modified and converted to Blogger Beta by Blogcrowds.
No part of the content or the blog may be reproduced without prior written permission.