Antwerpen is altijd al een beetje een blinde vlek op mijn innerlijke kaart geweest. Dat vooral omdat ik de stad niet goed genoeg ken. Ik ben er uiteraard wel al (veel) geweest, maar ik heb er totaal geen band mee, goed of slecht. De Zoo, de Meir en de Ossenmarkt, dat was bekend territorium. De Zoo heb ik altijd geweldig gevonden, maar die had even goed in Tienen kunnen liggen. De Meir, winkels die je in de Veldstraat, de Langestraat en Wijnegem Shopping Center ook kan vinden. De Ossenmarkt, mja, een miniatuur-Overpoortstraat? Om van een stad te houden, of net niet, moet je weten waar ze voor staat. Denk ik dan. Net zoals je mensen ook niet echt kan appreciëren als je ze niet kent. Denk ik dan.
Vorige week ben ik voor het eerst sinds jaren weer in Antwerpen geweest. Met de mammie. Die kent Antwerpen een stuk beter dan ik, en weet dus ook waar het goed terrassen is. Dus: dagje uit en Antwerpen verkennen.
Net aangekomen staan we op het punt de Groenplaats te betreden. Links van me hoor ik een verbeten maar net niet ingehouden genoeg: 'och zie, weer zo'n turkse trut'. Net voor me, luid genoeg om het tot in de suites van het Hilton Hotel te kunnen horen begint een kleine blondine met kind in buggy te roepen: '[ plat Antwaarps] Nee godverdomme, geen Turkse trut! Een Marokkaanse trut, een Marokkaanse trut en ik ben er trots op! En met een paspoort even groen als dat van u!'. Ziehier de korte samenvatting, haar antwoord was nog te horen toen we al een stuk verder waren gewandeld. Nog nooit meegemaakt. Noem me terecht pijnlijk naïef, maar ik dacht dat mensen elkaar niet nariepen op straat. Niet 'echt', niet in België. Daar ging mijn onschuld.
Op een terras op de Groenplaats vraag ik aan een oudere dame of ik even op haar menukaart mag kijken. Voor ze met een samengeknepen pruimenmond een kort knikje geeft, kijkt ze me aan alsof ik haar handtas wil stelen. Owkeej...
Na een sandwich kronkelen we door de stad, langs veel te dure en zalig hippe winkels, antiekwinkeltjes, van de Boerentoren naar Onze Lieve Vrouwentoren naar 't Scheld, overal zon, mensen en terrasjes. Mooie stad, Antwerpen, en gezellig is ze ook. Dat water, die vitrines, die kasseien, het getingel van de klokken en toevallig ook de zon... Op de Grote Markt smijten we ons erin. Hehe.
'Seg, de deurbel gaat en ge doet open en daar staat den duvel. Wat doet ge?' Ma en ik kijken naar links, waar een gezapige oudere mens die kennelijk al veel van het leven genoten heeft, ons vragend aankijkt. Voor hem op tafel staat een frisse Duvel. Ik zeg: 'u zou hem waarschijnlijk opdrinken?' Hilariteit. En dat ik niet van gisteren ben. Goh goh. Of we van de streek zijn? (Nee, van de kust.) Toch een prachtige stad he? (ja.) En toch nen schonen toren, he? (ja) Toch schoon als de klokken luiden he? (ja) En toch plezant dat ne mens al eens een 'klapke' kan doen. (jaja, hm). Vrolijke frans, trotse antwerpenaar, weduwnaar en babbelaar. Mijn sympathie voor de mens groeit, zeer traag maar zeker. Ik ontdooi langzaam en begin het fijn te vinden om met wildvreemden te babbelen. En dan komt het. 'Alleen jammer van al die vreemdelingen, toch?' (stil) 'Het is maar dat de mensen van hier al zo weinig hebben, en dan komen die er nog bij. Nooit iets betaald maar wel gelijk op den ocmw. Toch just he?' (stil) Geen respons, shit, saai! Ander onderwerp dan maar! Hij begint even vrolijk over zijn huis in Spanje te vertellen. Goei investering, en plezant! (dat zal wel!) Aan de kust dan toch, in het binnenland is niks te zien (o?). En dat hij nog een tape heeft met de mislukte coup van de generaals in het Spaans parlement. Straf. Democratie. Daar moet ge voor durven vechten. Hoewel. Te veel vrijheid zal ook wel niet goed zijn, als ge ziet hoe de jonge gasten zich nu gedragen. Ge zult maar leerkracht zijn deze dagen. He? (tja...) Tijd om naar huis te gaan, hij had nog Chinees staan voor in de microgolf. Dat is wel gemakkelijk, he, al dat gerief van overal. (das waar. salut!)
Die mens kon misschien niet meer mee met al wat er rond hem gebeurt, maar één kunst heeft hij wel begrepen: je kan beter genieten van wat je gemeenschappelijk hebt, dan te kankeren over dingen die ons tegensteken. Antwerpen roept nu gemengde gevoelens bij mij op, maar daarin sta ik blijkbaar niet alleen. Stef Bos heeft er ooit een liedje over geschreven, heel mooi: Mijn Stad.